Dit is te verklaren door de bijzondere wijze waarop dit boek tot stand kwam. De bijbel is vooral een geestelijk boek, dat door toedoen van God Zelf ontstond. De apostel Petrus beschrijft dit zo: “Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken” (2 Petrus 1:20,21).
Dus door toedoen van God Zelf is de Heilige Schrift ontstaan. Het begon bij Mozes, die van God bevel kreeg om de eerste vijf boeken van de bijbel te schrijven. Later werd hij door de profeten en apostelen opgevolgd.
De bijbel verhaalt op een bijzondere wijze de verhouding tussen God en mens. Een goede reden om de bijbel te lezen is: Gods boodschap voor ons te leren kennen.
Maar God heeft het wel zo beschikt dat de lezer aan bepaalde voorwaarden moet voldoen om Zijn Woord te kunnen verstaan. God vereist namelijk een eerlijk en open hart dat naar Hem zoekt.
Een wereldsgezinde mens kan het Woord van God niet vatten. De reden hiervoor wordt door de apostel Paulus uitgelegd: “Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods. Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is. Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken. Doch een ongeestelijke mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is” (1 Kor. 2:10-14).
Als u alleen maar de bijbel zou lezen vanuit eigen wijsheid, of om letterkundige en poëtische redenen, dan zult u nooit die diepe wijsheid en rijkdom ontdekken die God daarin gelegd heeft. U zult niet merken dat God tot u spreekt.
Het Woord van God is als een zaad dat slechts kan ontkiemen in een eerlijk hart dat naar God zoekt en Hem wil dienen.
Jezus zei: “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren” (Joh. 14:21). M.a.w. Jezus kan uitsluitend echt gekend worden door iemand die de juiste geesteshouding heeft.
Ook lezen wij van Jezus: “Terzelfder tijd verblijdde Hij Zich door de Heilige Geest en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U” (Lucas 10:21). Mensen die in wereldse wijsheid en verstand roemen, zullen Gods boodschap niet kunnen vatten; maar wie de oprechtheid van een kind heeft, wel.
Dus indien u van plan bent de bijbel te bestuderen, overweeg ernstig uw motieven, want men kan er verloren in lopen, maar ook de weg vinden naar het eeuwig heil.
Nu volgt een paar voorbeelden van onjuist bijbelgebruik. Er zijn mensen die de bijbel als een orakel gebruiken. Ze slaan de bijbel open met gesloten ogen, zetten ergens blindelings hun vinger op het blad, en lezen dan het vers dat toevallig aangewezen werd. Dan trachten ze uit dit vers een voor hen aanvaardbare richtlijn te puren! Ze denken aan een geheimzinnige boodschap van God als antwoord op hun probleem van dat ogenblik. Zo maakt men de Schrift tot een magisch boek, zoiets als een horoskoop die men raadpleegt. Het is niet Gods bedoeling dat men Zijn heilig Woord op een dergelijke manier zou misbruiken.
Het is ook verkeerd om de bijbel te lezen om daarmee anderen te kunnen verslaan: b.v. indien u als man de tekst van Efeziërs 5:22 gebruikt tegen uw vrouw, ‘Vrouwen, weest aan uw man onderdanig’ of indien u als vrouw vers 25 tegen uw man aanhaalt ‘Mannen, hebt uw vrouw lief.’ Pas de Schrift in de eerste plaats toe op uzelf.
Bij het lezen van de Schrift op een juiste wijze nadert men tot God om Hem te horen en te leren kennen. God zegt tot Jesaja: “Op zulken sla Ik acht: op de ellendige, de verslagene van geest en wie voor mijn woord beeft” (Jes. 66:2).
In het dagelijks leven staat iedereen bloot aan de druk van allerhande ideën, lektuur, radio, tv — dingen die doorgaans niet op God gericht zijn, maar alleen een beeld geven van een wereld zonder God. Men moet de bijbel niet toetsen op basis van de ideën van de wereld, maar de ideën van de wereld toetsen op basis van de Schrift.
Het is daarom nuttig, zoals de mensen te Berea deden, de Schrift dagelijks te onderzoeken of deze dingen zo zijn (Hand. 17:11). In 1 Tessalonicenzen 5:21 vermaant Paulus: “Toetst alles en behoudt het goede.”
Men kan de bijbel lezen, boek per boek, hoofdstuk per hoofdstuk, van begin tot einde. Maar voor onervaren lezers raden wij aan te beginnen met het Nieuwe Testament, aangezien wij nu onder het Nieuwe Verbond van Christus leven i.p.v. onder de wet van Mozes. Het Oude Testament is ook een belangrijk deel van Gods Woord, maar in deze tijd kan het Oude Testament slechts op een juiste wijze gewaardeerd en toegepast worden op basis van een grondige kennis van het Nieuwe Testament.
Men kan ook met behulp van een concordantie bijbelse onderwerpen bestuderen en de gevonden teksten in een schrift noteren. Deze kunnen later als geheugensteuntje gebruikt worden.
Het vergt heel wat studie om meteen te weten waar die of die passage of tekst staat, als over een onderwerp een vraag wordt gesteld.
Alhoewel men op zijn eentje in de bijbel kan studeren, wordt men aangeraden zijn persoonlijke studie aan te vullen met studie in samenwerking met andere gelovigen. Het is zelfs één van de primaire taken van de christelijke gemeente, om gezamelijk te studeren. Toen Filippus de kamerling vroeg: ‘Verstaat gij wat gij leest?’ antwoordde hij, ‘Hoe zou ik dit kunnen, als niet iemand mij de weg wijst?’ (Hand. 8:31).
Helemaal alleen studeren kan tot verwarring leiden omdat de corrigerende werking van de gemeente ontbreekt. De apostel Paulus in 1 Timoteüs 3:15 noemt de gemeente een pijler en fundament der waarheid. Jezus zei: “Waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden” (Matt. 18:20). De enkeling die apart wil blijven, heeft deze belofte niet.
Bij de bijbelstudie is het gebed ook belangrijk. David, een man naar Gods hart, bad dikwijls om hulp bij het verstaan van de waarheid. “Here, maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden, leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils” (Ps. 25:4,5). “Onderwijs mij, Here, uw weg” (Ps. 27:11). “Leer mij, Here, uw weg, opdat ik in uw waarheid wandele” (Ps. 86:11). “Leer mij uw wil te doen, want Gij zijt mijn God” (Ps. 143:10). Zouden wij dan dit ook niet doen, en bidden om de geestelijke hulp van onze Vader?
Als slot wil ik twee uitspraken van Jezus aanhalen: “Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat” (Matt. 4:4). “Zalig, die het woord Gods horen en het bewaren” (Lucas 11:28).